Verhalen van Fenna – Liefde is alles

Liefde is alles

Uw sensor gaat met grote regelmaat. De onbedwingbare beweeglijkheid heeft de overmacht genomen. Het is een gevolg van uw ziekte. Zoals we hebben afgesproken kom ik geregeld even bij u kijken. Ik kan weinig voor u doen, maar de nabijheid en de aandacht vindt u fijn heeft u eerder laten weten.

We zijn inmiddels halverwege de nacht en u kunt de slaap niet vatten. U vindt dat vervelend en het eraan overgeven lukt simpelweg niet, mede door de drang die u voelt om te blijven bewegen. Ik klop zachtjes op de deur, wacht even af maar hoor niets. Ik klop nogmaals en doe voorzichtig de deur open. Het is redelijk donker in uw kamer, maar het bureaulampje zorgt voor enig licht. U zit op de rand van uw bed. Uw handen klemmen de bedrand vast, alsof u bang bent om te vallen. U zit er verloren bij. Van de grote, lange man is op dit moment weinig over. Uw hoofd hangt naar voren en u kijkt naar de grond. Ik zie uw vochtige wangen en kom rustig naast u zitten. Uw armen schudden als in tremoren, ten gevolge van de ziekte. Zachtjes leg ik mijn hand op uw arm. ‘Ik ben er’ zeg ik. U knikt bijna onopgemerkt. Ik voel u, uw verdriet en frustratie die de ziekte met zich meebrengt hebben u in de macht. We hebben al vaak zo gezeten tijdens mijn nachtdienst. Ik weet inmiddels dat het er ‘gewoon’ zijn veel voor u betekent.

Ik vraag daarom niets, maar mijn hand op uw arm is voldoende. Na een paar minuten van stilte zegt u met uw zachte stem dat u boos bent. Boos op de wereld, boos op de ziekte en boos dat u bij ons moet wonen. U bent nog jong, uw boosheid is volkomen gepast. ‘Het leven kan zo oneerlijk zijn’. Ik begrijp u helemaal en dat voelt u. U wordt rustiger en de tremoren nemen langzaam af. U draait uw hoofd langzaam mijn richting uit. De laatste traan rolt over uw wang, en voorzichtig komt er een kleine glimlach op uw gezicht. ‘Bedankt’. Ik glimlach terug. U hoeft me niet te bedanken, dit is mijn vak. Dit is waarom ik voor de zorg heb gekozen. Er zijn voor anderen. Mensen in hun meest kwetsbare periode helpen en bijstaan. Soms is er niet meer wat we kunnen doen, maar is “het er zijn” genoeg. Uw glimlach door uw tranen heen bevestigd dat maar weer. Het verandert uw boosheid en onbegrip niet, maar er is ruimte voor. En dat moet, zeker in uw situatie.

Uw boosheid ebt langzaam weg, er is ruimte voor een fijn gesprek. U vertelt over uw vrouw en wat ze allemaal voor u doet. Een krijgt een twinkeling in uw ogen wanneer u over haar vertelt. Wat een liefde heeft u voor haar. Zo bijzonder. Ik benoem dit en u glimlacht terug. ‘Liefde is alles’ zegt u. Ja dat is helemaal waar. Zonder liefde kunnen we niet. Zo ook in ons vak.

Een paar weken later ben ik weer bij u, maar dan tijdens mijn triagedienst. Uw gezondheid is dermate verslechterd dat u binnenkort aan uw laatste reis zal beginnen. Wanneer ik uw kamer binnenkom ligt u rustig in bed. Geen tremoren, geen bewegingsdrang maar algehele ontspannenheid. U bent diep in slaap en de voorzichtige glimlach in uw gezicht geeft mij het gevoel dat het goed is zo. U bent tevreden en lijkt zich eraan overgegeven te hebben.

Zachtjes pak ik uw hand. Of het een afscheid is zal de tijd leren. Maar ik weet zeker, daar waar u heen gaat, neemt u uw liefde voor uw vrouw mee. Want liefde is alles, waar je ook bent…