Onderzoek naar leefmilieus is waardevol voor bewoners én onszelf

Collega’s Jan Faber en Renske Braaksma van Noorderbreedte Toutenburg hebben vanuit de Onderzoeksacademie Noorderbreedte onderzoek gedaan naar sociotherapeutische leefmilieus. Ze gingen daarvoor langs bij zorgorganisaties Atlant in Beekbergen en Archipel in Eindhoven. Daar deden ze onder meer observaties en interviews. Dit alles met het idee om de missie van Noorderbreedte, de waardevolle dag, nog meer vorm te geven. 

“Eindhoven was een eind rijden”, zegt verzorgende IG Renske Braaksma met een lach, “maar het was het waard.” Die woorden bevestigt activiteitenbegeleider Jan Faber die mee is geweest naar Archipel. Hij geeft aan dat hij het onderzoek zelfs heel leuk vond om te doen. Jan en Renske hadden eigenlijk niet verwacht dat zij vanuit hun functie binnen Noorderbreedte onderzoek konden doen. Renske: “Maar we hebben vanuit onze eigen Onderzoeksacademie veel steun gehad. Gea van Dijk heeft ons heel goed bijgestaan. Zij wist elke keer al onze bevindingen terug te brengen tot een duidelijke lijst met punten. Heel leerzaam. Ook kwaliteitsverpleegkundige Annie Vis stond voor ons klaar.”

Iedereen kan onderzoek doen

Gea, Associate Lector bij NHL Stenden Hogeschool vanuit Noorderbreedte, is blij te horen dat het Renske en Jan goed is bevallen om onderzoek te doen. “Iedereen binnen Noorderbreedte kan dit doen”, benadrukt zij. Renske merkt op dat collega’s vaak denken dat onderzoek doen te moeilijk is. “Ik hoor mensen zeggen: ‘Dat is niks voor mij’. Ik ben erachter dat het voor iedereen is weggelegd. Je verrijkt jezelf er echt mee én je kunt met al die kennis nog meer betekenen voor je bewoners.”

In totaal deden acht medewerkers van de woongroepen gerontopsychiatrie+ mee aan het onderzoek. De onderzoeksvraag kwam rechtstreeks vanuit hen: hoe creëer je een omgeving waar een bewoner het prettigst leeft? “We wilden graag weten waar je naar moet kijken om een bewoner goed in een groep te laten passen”, zegt Jan. “Of hoe je bij de dagbesteding het beste rekening houdt met iemands behoeften.”

Leefmilieus

Gea legt uit dat in de GGZ al langer met leefmilieus wordt gewerkt. “Binnen de VVT zien we dat minder, maar binnen Toutenburg zijn we daar al wel mee aan de slag gegaan.” “Eigenlijk sinds 2019 toen we nieuwbouw kregen”, vult Renske aan. “Daardoor zijn we van acht naar tien bewoners per woongroep gegaan. Op de een of andere manier hielden we toen al – misschien onbewust – rekening met welke bewoner het beste in welke groep zou passen. Mijn eigen groep bestaat bijvoorbeeld uit bewoners die graag sociale contacten onderhouden.”

Dat is in een notendop het principe van sociotherapeutische leefmilieus. Een bewoner leeft in zo’n milieu samen met anderen die passen bij zijn eigen behoeften op het gebied van sociaal contact, structuur, omgaan met prikkels en manier van begeleiding. “Er zijn in beginsel vier milieus te onderscheiden”, legt Gea uit. “De sociogroep, de bakengroep, de balansgroep en de sfeergroep. Binnen Toutenburg hadden we daar al wat ervaring mee, en ook collega-zorgorganisaties Atlant en Archipel zijn hier al even mee bezig. We zijn met elkaar een onderzoek gestart, waarbij we vanuit Noorderbreedte naar hen zijn afgereisd.”

Verder uitwerken

“Het was heel interessant”, zegt Jan. “We deden interviews en observaties. Daardoor weet ik nu dat we ook binnen de dagbesteding rekening kunnen houden met leefmilieus. Bijvoorbeeld door cliënten die gevoelig zijn voor prikkels weg te houden van degenen die dat niet zijn.” Renske: “Het mooie is dat we met het creëren van leefmilieus nog meer kunnen kijken naar de bewoner als persoon en zijn of haar karakter. En als team komen we meer op één lijn.”

Alle bevindingen worden nu verder uitgewerkt. Hiervoor wordt binnen Toutenburg een werkgroep opgericht met daarin collega’s vanuit alle woongroepen. Renske: “Bij de balansgroep is bijvoorbeeld structuur belangrijk, maar wat is dat precies? En hoe zorg je voor prikkelarme ruimtes als bewoners zelf ook prikkels veroorzaken?” Verder worden onder meer de mogelijkheden voor het gebruik van vragenlijsten en meetinstrumenten in kaart gebracht.

Kortom, het onderzoek krijgt een mooi vervolg, is ook de verwachting van Gea. En nu al zet het onderzoek Toutenburg als Doelgroep Expertise Centrum (DEC) op het gebied van gerontopsychiatrie+ verder op de kaart. “Ja, ik ben best trots op het feit dat we dit hebben kunnen doen”, zegt Jan. “Het levert ons zoveel op”, aldus Renske. “Want hoe prettiger de bewoner zich voelt, hoe fijner en beter wij ons werk kunnen doen.”

Wil je meer informatie over onderzoek bij Noorderbreedte? Mail naar onderzoeksacademie@nb.nl of kijk op onze site