Mevrouw Lia Gnichwitz-Meijne (73 jaar) woont sinds maart op Noorderbreedte Meckama State in Kollum. Ze is hier komen wonen omdat ze afhankelijk is geworden van zorg. Na 44 jaar zelfstandig wonen in een mooi huis in Anjum is dat nog steeds een beetje wennen. Gelukkig kan haar schoonzus (en eigenlijk haar beste vriendin) af en toe komen logeren, zoals ze dat vroeger ook altijd deden.
“Ik heb een hartoperatie ondergaan”, vertelt mevrouw Gnichwitz-Meijne in haar gezellig ingerichte appartement. “De kans dat dat goed ging was 99 procent. Helaas kreeg ik te maken met die ene procent. Ik kreeg een herseninfarct en nu kan ik niet meer lopen. Ook mijn armen bewegen niet meer zoals vroeger. Afhankelijk worden van zorg is moeilijk”, geeft ze toe. “Ik heb jaren gewerkt als thuiszorgmedewerker. Ik vind het makkelijker om te geven, dan te ontvangen.”
Vraag over logeren
Ondank het verlies van haar zelfstandigheid probeert mevrouw Gnichwitz-Meijne nog zoveel mogelijk te genieten. Gezellig kletsen, buiten zijn, het avontuur opzoeken en lekker eten: dat is wat nog steeds bij haar hoort. “Voorheen kwam mijn zus of schoonzus bij mij in Anjum logeren. Dan kropen we heerlijk bij elkaar in bed en kletsten we de hele nacht door.” Kort na haar verhuizing naar Meckama State vroeg ze zich af of dat ook niet in haar nieuwe appartement kon.
Haar vraag kwam via een van de zorgmedewerkers bij mij terecht”, vertelt kwaliteitsverpleegkundige Sietske Holthuis. “Door mevrouws vraag ontstond bij mezelf de vraag of we hierover bij Noorderbreedte afspraken hebben. Dat familie waakt bij een naaste dat zien we wel, maar logeren was hier nog niet eerder voorgekomen.” Sietske was direct van mening dat dit zeker zou moeten kunnen en overlegde daarom met Hanneke Elshout, adviseur kwaliteit en innovatie om hier richtlijnen voor te maken.
Doen wat je altijd deed
“Mijn schoonzus kon alleen niet meer bij mij in bed natuurlijk”, zegt mevrouw Gnichwitz-Meijne met een glimlach. “Ik heb hier een eenpersoonsbed, dat wordt wat krap.” De oplossing werd gevonden in een van de opklapbedden. “Die pas precies in een hoek van mijn kamer. Mijn schoonzus en ik hebben samen boodschappen gedaan en heerlijk in mijn eigen appartement ontbeten en geluncht.”
Op de vraag of ze samen in de huiskamer hebben gegeten, verschijnt weer een lach op het gezicht van mevrouw Gnichwitz-Meijne. “Nee zeg, we zijn naar het centrum van Kollum gegaan. Daar heb je verschillende restaurantjes waar je heerlijk kunt eten. Het is echt heel fijn dat je dan weer gewoon even de dingen doet die je vroeger ook deed. Mijn schoonzus komt deze week weer langs, alleen dan gaat ze in de avond weer samen met haar man terug naar Noord-Holland. De volgende keer blijft ze wel slapen. Ik kijk er nu al naar uit.”